inkomensgrens
- in·ko·mens·grens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inkomensgrens | inkomensgrenzen |
verkleinwoord |
- het maximale of minimale inkomen dat iemand mag verdienen om in bepaalde groep ingedeeld te worden
- ▸ De coalitie wil graag het scheefwonen aanpakken, maar vanaf welke inkomensgrens is onduidelijk.[1]
- ▸ Belsimpel ziet onder studenten de verkoop van duurdere abonnementen, met een lening voor een toestel erbij, teruglopen. Ook ziet het telecombedrijf de verkoop van sim-only-abonnementen onder studenten verdubbelen. Jeroen Doorenbos, eigenaar van Belsimpel, vindt de inkomensgrens van 800 euro te streng. "Je mag niet meer dan 250 euro uitgeven aan een telefoon, maar een duur abonnement voor een sportschool kan wel."[2]
- Het woord inkomensgrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Scheefwoners aanpakken, maar hoe?” (Woensdag 26 september 2018, 19:07), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Minder mensen kiezen mobiel op afbetaling bij abonnement” (Donderdag 9 november 2017, 06:03), NOS