Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ge·bruik·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ingebruikname ingebruiknamen
ingebruiknames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ingebruiknamev / m

  1. gelegenheid waarbij men iets voor het eerst gaat benutten
     Eerder dit jaar werd al bekend dat de ingebruikname van de sluis is uitgesteld van 2019 naar 2022. De bouwers, BAM en VolkerWessels, zeiden toen al dat ze meer dan 100 miljoen euro moesten afschrijven op het project. De totale bouwkosten van de zeesluis waren oorspronkelijk begroot op 350 miljoen euro.[1]
     De gewelddadigheden op maandag vielen samen met de officiële ingebruikname van de Amerikaanse ambassade in Jeruzalem. Volgens de Palestijnse regering heeft de VS daarmee zijn rol als neutrale bemiddelaar in het Midden-Oosten opgegeven.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Zeesluis IJmuiden nog eens 64 miljoen duurder” (Maandag 26 november 2018, 21:25), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Israël valt Hamas-doelen in Gazastrook aan” (Donderdag 17 mei 2018, 07:28), NOS