informatieverstrekking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·ver·strek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatieverstrekking informatieverstrekkingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de informatieverstrekkingv

  1. (informatica) het verstrekken van informatie
    • Het moeizaam verlopen contact met de Belastingdienst is geen incident. Honderdduizenden Nederlanders kregen de afgelopen jaren te maken met chaotische informatieverstrekking, onjuiste gegevensverwerking en slechte bereikbaarheid [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen