informatiestroom
- in·for·ma·tie·stroom
- samenstelling van informatie zn en stroom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | informatiestroom | informatiestromen |
verkleinwoord | informatiestroompje | informatiestroompjes |
de informatiestroom m
- de voortdurende hoeveelheid informatie die iemand ontvangt of verstuurt
- ▸ Gertrude wist op een vrij subtiele manier duidelijk te maken dat zij en Eric misschien niet evenveel informatie hoefden te krijgen als betalende toeristengroepen en dat ze misschien op een mooi plein konden gaan zitten om het over rechten te hebben. ..... Onderweg naar de Karelsbrug schroefde Renata de informatiestroom duidelijk terug.[1]
- Het woord informatiestroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535