Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiestroom informatiestromen
verkleinwoord informatiestroompje informatiestroompjes

Zelfstandig naamwoord

de informatiestroomm

  1. de voortdurende hoeveelheid informatie die iemand ontvangt of verstuurt
     Gertrude wist op een vrij subtiele manier duidelijk te maken dat zij en Eric misschien niet evenveel informatie hoefden te krijgen als betalende toeristengroepen en dat ze misschien op een mooi plein konden gaan zitten om het over rechten te hebben. ..... Onderweg naar de Karelsbrug schroefde Renata de informatiestroom duidelijk terug.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535