informatiepositie

  • in·for·ma·tie·po·si·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiepositie informatieposities
verkleinwoord

de informatiepositiev

  1. de kennis die iemand heeft
     Hongarije en Frankrijk vroegen Nederlandse politiediensten om na te gaan welke organisatiegraad zij zien in Vietnamezen die via valse familieverbanden het land in komen. En in 2017 schreef de Koninklijke Marechaussee (KMAR) dat er sterke vermoedens zijn van mensenhandel rondom de verdwijningen van Vietnamese vreemdelingen. Ze willen daarom hun 'informatiepositie versterken'.[1]
     Ook al worden aan de lopende band drugslabs opgerold en zijn er een aantal grote acties geweest tegen de handel in synthetische drugs, "de algemene indruk blijft dat opsporingsinstanties hooguit een deuk kunnen slaan in een almaar grotere boterberg". De informatiepositie over drugscriminelen is belabberd, de aanpak versnipperd en overheidsdiensten delen te weinig gegevens met elkaar.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Kamer wil onderzoek verdwenen Vietnamese jongeren” (Zaterdag 30 maart 2019, 08:25), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Omzet speed- en xtc-handel hoger dan die van Albert Heijn” (Zaterdag 25 augustus 2018, 03:23), NOS