Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·ka·tern
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiekatern informatiekaternen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de/het informatiekatern v / m / o

  1. deel van een krant dat de lezer over een bepaald onderwerp informeert
     Met de soap van zo’n tien afleveringen in het huis-aan-huis informatiekatern BerkelBericht, wil Berkelland op ludieke wijze de gemeentelijke regelingen voor minima onder de aandacht brengen.[1]
     ‘Laat me nog eens naar dat wonderhotel van je kijken,’ grapte ze en ze griste daarna de reisgids van de bank. ‘Wacht maar tot je alle faciliteiten hebt bekeken, dan wil je nooit meer ergens anders heen. ’Haar blik gleed over het informatiekatern.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Soap over regelingen voor sociale minima” (09-07-2007), Tubantia
  2. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2