informatiekatern
- in·for·ma·tie·ka·tern
- samenstelling van informatie zn en katern zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | informatiekatern | informatiekaternen |
verkleinwoord |
de/het informatiekatern v / m / o
- deel van een krant dat de lezer over een bepaald onderwerp informeert
- ▸ Met de soap van zo’n tien afleveringen in het huis-aan-huis informatiekatern BerkelBericht, wil Berkelland op ludieke wijze de gemeentelijke regelingen voor minima onder de aandacht brengen.[1]
- ▸ ‘Laat me nog eens naar dat wonderhotel van je kijken,’ grapte ze en ze griste daarna de reisgids van de bank. ‘Wacht maar tot je alle faciliteiten hebt bekeken, dan wil je nooit meer ergens anders heen. ’Haar blik gleed over het informatiekatern.[2]
- Het woord 'informatiekatern' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.