Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiebureau informatiebureaus
verkleinwoord informatiebureautje informatiebureautjes

Zelfstandig naamwoord

het informatiebureauo

  1. bureau (van een instelling enz.) waar meer informatie te verkrijgen valt
    • Het informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. 

Gangbaarheid