informaliseren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  informaliseren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·for·ma·li·se·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van informeel

Werkwoord

informaliseren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
informaliseren	informaliseerde	geïnformaliseerd
zwak -d	volledig

1. iets minder formeel maken

Antoniemen

• formaliseren

Afgeleide begrippen

• informalisering

Gangbaarheid

• Het woord 'informaliseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "informaliseren" herkend door:

75 %	van de Nederlanders;
77 %	van de Vlamingen.