informaliseerde
- in·for·ma·li·seer·de
vervoeging van |
---|
informaliseren |
informaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van informaliseren
- Ik informaliseerde.
- Jij informaliseerde.
- Hij, zij, het informaliseerde.
- Ik informaliseerde.
vervoeging van |
---|
informaliseren |
informaliseerde