• in·der
  • Afkomstig van het woord India met het achtervoegsel -er.

inder m

  1. (demoniem) Indiër (mannelijke vorm)
  2. (demoniem) Indiase (vrouwelijke vorm)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   inder     inderen     indere     inderne  
genitief   inders     inderens     inderes     indernes