inbraakbeveiliging

  • in·braak·be·vei·li·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord inbraakbeveiliging inbraakbeveiligingen
verkleinwoord

de inbraakbeveiligingv

  1. maatregelen die men neemt om de kans op een inbraak te verminderen
     Verder blijkt dat het beter is om bij de bouw verplicht inbraakbeveiliging aan te brengen. Het stimuleren van de bewoners om het zelf te doen, werkt niet goed. Die zijn nauwelijks gevoelig voor voorlichting of subsidie.[1]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Kwart minder inbraken in nieuw huis” (Vrijdag 15 januari 2010, 11:41), NOS