inbraakbeveiliging
- in·braak·be·vei·li·ging
- samenstelling van inbraak zn en beveiliging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inbraakbeveiliging | inbraakbeveiligingen |
verkleinwoord |
de inbraakbeveiliging v
- maatregelen die men neemt om de kans op een inbraak te verminderen
- ▸ Verder blijkt dat het beter is om bij de bouw verplicht inbraakbeveiliging aan te brengen. Het stimuleren van de bewoners om het zelf te doen, werkt niet goed. Die zijn nauwelijks gevoelig voor voorlichting of subsidie.[1]
- Het woord inbraakbeveiliging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Kwart minder inbraken in nieuw huis” (Vrijdag 15 januari 2010, 11:41), NOS