inboedelverzekering
- in·boe·del·ver·ze·ke·ring
- samenstelling van inboedel en verzekering
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inboedelverzekering | inboedelverzekeringen |
verkleinwoord |
de inboedelverzekering v
- verzekering tegen schade van alle goederen ín het huis
- Wij hebben een inboedelverzekering afgesloten voor de roerende goederen en een opstalverzekering voor schade aan het huis zelf.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord inboedelverzekering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.