Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bel·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inbelkost inbelkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inbelkostm

  1. (verouderd) (economie) geld dat men betaalt om met een telefoonverbinding contact te maken met een computersysteem

Gangbaarheid