implantatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: implantatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·plan·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van implanteren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | implantatie | implantaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de implantatie v
- (medisch) inplanting (van levend weefsel, een voorwerp of een geneesmiddel)
Vertalingen
1. inplanting
Gangbaarheid
- Het woord implantatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.