Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·per·ti·nen·te

Bijvoeglijk naamwoord

impertinente

  1. verbogen vorm van de stellende trap van impertinent


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·per·ti·nen·te
  enkelvoud meervoud
mannelijk impertinente impertinentees
vrouwelijk impertinente impertinentees

Bijvoeglijk naamwoord

impertinente

  1. brutaal
Synoniemen

Verwijzingen