• im·muun·res·pons
enkelvoud meervoud
naamwoord immuunrespons
verkleinwoord

immuunrespons v / o

  1. de reactie van het immuunsysteem op een infectie of vaccinatie
     "Over 60-minners weten we dat hun afweer zich over het algemeen goed ontwikkelt na vaccinatie", bevestigt vaccinoloog Van Els. "Zij hebben een betere immuunrespons dan oudere mensen." Uitzondering hierop zijn mensen met een minder goed werkend immuunsysteem. Zij zijn inmiddels al uitgenodigd voor een extra prik.[1]
     Patiënten die deelnemen kunnen - in aanvulling op de gewone behandeling - de virusremmer kaletra óf geen virusremmer krijgen. Daarnaast kunnen ze het middel anakinra krijgen óf geen middel dat de immuunrespons onderdrukt. Patiënten worden blind verdeeld over de behandel- en de controlegroepen.[2]
  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Vier vragen over de extra coronaprik” (Woensdag 10 november 2021, 19:50), NOS
  2.   Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Grote onderzoeken op patiënten naar corona-medicijnen” (Maandag 23 maart 2020, 19:40), NOS