immigrantenschip
- im·mi·gran·ten·schip
- samenstelling van immigrant en schip met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | immigrantenschip | immigrantenschepen |
verkleinwoord | immigrantenscheepje | immigrantenscheepjes |
het immigrantenschip o
- schip vol immigranten (b.v. met Afrikanen die naar Europa willen)
- Het woord 'immigrantenschip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.