• ijs·duif
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsduif ijsduiven
verkleinwoord ijsduifje ijsduifjes

de ijsduifv / m

  1. soort sierduif
     Bij de watervogels was het fraaiste van alle dieren een streicher eend van Nieuwenhuis uit Rijssen. Wim Nieuwenhuis, eveneens uit Rijssen, werd winnaar bij de sierduiven met een ijsduif.[2]
51 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Organisatie Reggeshow in Rijssen: 'We gaan gewoon door'” (23-10-2016), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be