ijsballetje
- [A]: Geluid: ijsbálletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛizbɑləcə / (4 lettergrepen)
- [B]: Geluid: ijsballétje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛizbɑˌlɛcə / (4 lettergrepen)
- [A]: ijs·bal·le·tje
- [B]: ijs·bal·let·je
- [A]: ijsbal met het achtervoegsel -etje; ook op te vatten als samenstelling van ijs zn en balletje zn
- [B]: ijsballet met het achtervoegsel -je
het ijsballetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ijsbal, kleine bal van ijs
het ijsballetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ijsballet, klein ballet op schaatsen
- Het woord ijsballetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.