Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijl·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijlgoed ijlgoederen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ijlgoed o [2]

  1. vracht die met grote spoed geleverd moet worden
  2. vracht die met een sneltrein vervoerd wordt
     Een zieke vrouw is geen lijdster, beste lezer, maar een lijderes. IJlgoed, dat zijn 'per exprestrein te vervoeren waren', en daslook is een zeldzame looksoort die in culinair Duitsland warempel verwerkt wordt tot pesto.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. ijlgoed op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Els De Pauw
    “Woorden-schat: we zijn vergeten wat we bezitten” (20 maart 2013), De Morgen
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be