Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijl·den voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorijlen

ijlden (…) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorijlen
    • Wij ijlden voor. 
    • Jullie ijlden voor. 
    • Zij ijlden voor. 

Gangbaarheid