Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijl voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorijlen

ijl (…) voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen
    • Ik ijl de boodschapper voor, om je de tijding zelf te brengen. 
  2. gebiedende wijs van voorijlen
    • IJl de massa voor als je niet onder de voet wil worden gelopen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen
    • IJl je voor zonder om te kijken? 

Gangbaarheid