• idio·syn·cra·sie
enkelvoud meervoud
naamwoord idiosyncrasie idiosyncrasieën
verkleinwoord

de idiosyncrasiev

  1. (medisch) aangeboren overgevoeligheid voor bepaalde voedings- en geneesmiddelen
    • Idiosyncrasie tegen melk. 
  2. kenmerkende eigenaardigheid
    • Met behulp van de pioniers moest en zou de N.E.F. er uiteindelijk in slagen om de idiosyncrasie van de volkeren en haar interne heterogeniteit te overstijgen.[3]