identiteitscrisis
- iden·ti·teits·cri·sis
- samenstelling van identiteit en crisis met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | identiteitscrisis | identiteitscrises identiteitscrisissen |
verkleinwoord | identiteitscrisisje | identiteitscrisisjes |
de identiteitscrisis v
- (psychologie) toestand van onzekerheid omtrent de eigen identiteit
- Hebt u ook zo'n last van een identiteitscrisis?
- Het woord identiteitscrisis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.