Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iden·ti·fi·ceer·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen identificeerbaar identificeerbaarder identificeerbaarst
verbogen identificeerbare identificeerbaardere identificeerbaarste
partitief identificeerbaars identificeerbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

identificeerbaar

  1. kunnen bepalen wie of wat iets of iemand is
    • Dat ligt anders als er nadere gegevens worden meegestuurd, zoals het geslacht en de leeftijd van de patiënt. In dat geval zou hij of zij, dankzij de combinatie van alle gegevens, indirect identificeerbaar kunnen zijn. Wat ook zou kunnen, is dat er een unieke tatoeage te zien is, of dat de foto dankzij de metagegevens (datum, tijd, afzender, ontvanger) van het bericht toch herleid kan worden tot een persoon. Kortom, bij dergelijk appjes kan sprake zijn van de verwerking van medische persoonsgegevens. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Lex Bruinhof & Victor Bouman NRC 13 juli 2015