Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·po·theek·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hypotheekmarkt hypotheekmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hypotheekmarktv / m

  1. (financieel) de vraag naar en het aanbod van hypotheken
     Van het totaalbedrag is 13 miljard euro afgelopen zomer al overgemaakt. Voor de uitbetaling van de volgende 2 miljard stelt Brussel een aantal specifieke eisen, onder meer op het gebied van de Griekse hypotheekmarkt.[1]
     Om minder kwetsbaar te zijn voor wereldwijde schokken moet Nederland het belastingstelsel aanpakken. Ook moet de hypotheekmarkt worden aangepakt zodat minder mensen met schulden komen te zitten, aldus Knot.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Griekenland moet nog wachten op nieuwe lening” (Maandag 9 november 2015, 16:48), NOS
  2.   Weblink bron “DNB: Nederlandse economie moet weerbaarder worden” (Woensdag 7 oktober 2015, 13:04), NOS