• huur on·der
vervoeging van
onderhuren

huur (…) onder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Ik huur onder. 
  2. gebiedende wijs van onderhuren
    • Huur onder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Huur je onder?