• hulp·vlucht
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpvlucht hulpvluchten
verkleinwoord

de hulpvluchtv / m

  1. reis van een vliegtuig naar een rampgebied met hulpverleners en hulpgoederen
     Het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek is de laatste weken opgelaaid. Volgens de VN hebben 1 miljoen mensen noodhulp nodig. De Europese Commissie stuurt zaterdag een hulpvlucht met 37 ton goederen naar de CAR.[1]
     Vanaf vliegveld Eindhoven is vanmorgen een tweede hulpvlucht naar de Filipijnen vertrokken met aan boord goederen die betaald zijn met geld van de giro 555-actie. Het gaat vooral om medische hulpgoederen en tent- en dekzeilen.[2]
  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Felle kritiek op VN-hulp aan CAR” (Donderdag 12 december 2013, 20:51), NOS
  2.   Weblink bron “Eiland Filipijnen nog altijd zonder stroom” (Donderdag 21 november 2013, 14:42), NOS