Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·tra·ject
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulptraject hulptrajecten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hulptrajecto

  1. proces van hulpverlening
     Van der Vlis had geen strafblad, maar zat wel in een psychiatrisch hulptraject en had tweemaal eerder een zelfmoordpoging gedaan. Hij was lid van een schietvereniging. Hij liet een afscheidsbrief achter maar daaruit komt geen duidelijk motief naar voren. Aangenomen wordt dat hij een aversie had tegen God. Tristan groeide op in een streng religieus gezin.[1]
     Nu kunnen gemeentelijke schuldhulpverleners ook al afspraken maken over een korte adempauze, maar zijn schuldeisers niet verplicht mee te werken. Als één schuldeiser dan niet meewerkt, heeft het hulpverleningstraject minder kans van slagen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hoe hou je zicht op potentieel gevaarlijke eenlingen?” (09-12-2016), NOS
  2.   Weblink bron “Half jaar pauze voor mensen met schulden” (24-05-2016), NOS