hulpprogramma

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hulpprogramma    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hulp·pro·gram·ma

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hulp zn  en  programma zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hulpprogramma	hulpprogramma's
verkleinwoord	hulpprogrammaatje	hulpprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het hulpprogramma o

1. groep geplande maatregelen die dienen om iets of iemand te ondersteunen

   ▸ Dijssebloem is niet bang dat het IMF zich terugtrekt uit het hulpprogramma. "De baas van het IMF, Christine Lagarde, heeft zelf tegen mij gezegd dat ze betrokken willen blijven bij het herstel van Griekenland." Dat er nog veel moet gebeuren totdat het land echt hersteld is. "Er moet nog een reeks van stappen worden gezet om het land weer concurrerend en toekomstig bestendig te maken."

   ▸ Afghanistan wil uitgeprocedeerde asielzoekers en economische migranten terugnemen als onderdeel van een hulpprogramma van de Europese Unie. Tot 2020 krijgt het land jaarlijks 1,3 miljard euro van de EU. Ook komen er banenprojecten om de terugkerende migranten te laten integreren.

Hyponiemen

• noodhulpprogramma

Gangbaarheid

• Het woord hulpprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.