huisfeest
- huis·feest
- samenstelling van huis zn en feest zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisfeest | huisfeesten |
verkleinwoord | huisfeestje | huisfeestjes |
het huisfeest o
- een informele bijeenkomst die in iemands huis wordt gehouden
- ▸ Maar inmiddels is na de avondklok van 23.00 uur een nieuw fenomeen ontstaan: huisfeestjes in vakantieappartementen. Ieder weekend beëindigt de politie er honderden, waarbij buitenlandse feestgangers worden aangetroffen verstopt onder bedden en in kasten.[1]
- ▸ De politie heeft vannacht met veel moeite een lawaaiig huisfeest in Hulst beëindigd. Uiteindelijk zijn in het Zeeuws-Vlaamse vestingstadje zes jongeren opgepakt voor openlijke geweldpleging, poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, baldadigheid en belediging van politiemedewerkers.[2]
- ▸ Cafés en restaurants gaan al wekenlang om 17.00 dicht, maar dat betekent niet dat er geen feestjes meer worden georganiseerd. Via de populaire mobiele app Amigos worden er elke week duizenden borrels en huisfeestjes georganiseerd waarbij het aantal gasten doorgaans boven de vier uitkomt, het door de overheid geadviseerde maximum.[3]
- Het woord huisfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Fransen feesten in Madrid: 'Wist niet wat ik zag toen ik aankwam'” (maandag 5 april 2021, 17:30), NOS
- ↑ Weblink bron “Huisfeest in Hulst loopt uit de hand, zes jongeren opgepakt” (zaterdag 24 juli 2021, 14:48), NOS
- ↑ Weblink bron Jacco Hupkens“Duizenden huisfeestjes georganiseerd op apps, in trek door avondlockdown” (zaterdag 11 december 2021, 19:36), NOS