huilbui
- huil·bui
- samenstelling van huil en bui
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huilbui | huilbuien |
verkleinwoord | huilbuitje | huilbuitjes |
- een plotselinge, aanval van aanhoudend gehuil
- De man werd erg verdrietig van de huilbuien van zijn vrouw.
- ▸ Toch sloeg de plotselinge huilbui toe wanneer je er het minst op bedacht was.[1]
- Het woord huilbui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huilbui" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be