Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huid·worm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huidworm huidwormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de huidwormm

  1. Gyrodactylus   uitwendige parasiet die vooral voorkomt bij vijvervissen
    • ‘Het zijn vooral grote, stevige karpers die sterven. Een veearts stelde vast dat de vissen geplaagd worden door huidworm, normaal gezien niet dodelijk.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen