houdt huis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: houdt huis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑut ˈhœys / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- houdt huis
Woordherkomst en -opbouw
- uit houdt (werkwoord) en huis (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
huishouden |
houdt (…) huis
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden
- Jij houdt huis.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden
- Hij houdt huis.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van huishouden
- Houdt huis!
Gangbaarheid
- Het woord houdt huis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.