houdt
- houdt
vervoeging van |
---|
houden |
houdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
- Jij houdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houden
- Hij houdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van houden
- Houdt!
- ▸ Mijn vrouw houdt niet van vliegen waardoor zij dertig jaar geleden de bewuste keuze heeft gemaakt dat nooit meer te doen.[1]
- Het woord houdt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers