Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·re·ca·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horecamedewerker horecamedewerkers
verkleinwoord horecamedewerkertje horecamedewerkertjes

Zelfstandig naamwoord

de horecamedewerkerm

  1. (beroep) iemand die werkt in een hotel, restaurant of café
    • Horecamedewerkers zijn vaak jongere mensen. 

Gangbaarheid