horeca-exploitant


  • ho·re·ca-·ex·ploi·tant
enkelvoud meervoud
naamwoord horeca-exploitant horeca-exploitanten
verkleinwoord

de horeca-exploitantm

  1. (beroep) (economie) (horeca) eigenaar van een uitgaans gelegenheid
     Horeca-exploitant op Schiphol groeit als kool: Reizigers en bezoekers van Schiphol geven steeds meer uit aan eten en drinken. De omzet van het bedrijf HMS Host International, dat zo'n tachtig horeca-gelegenheden exploiteert, is het afgelopen jaar met 21 procent gestegen tot 212 miljoen euro. Die stijging is veel groter dan de groei van het aantal passagiers op de luchthaven.[1]
     Een eetcafé in Doesburg moet de deuren sluiten vanwege 'slecht levensgedrag' van de eigenaar. De gemeente spreekt van een patroon waaruit blijkt dat hij zijn alcoholgebruik niet onder controle heeft en zijn verantwoordelijkheden als horeca-exploitant niet nakomt. De rechter geeft de gemeente gelijk.[2]


  1.   Weblink bron “Horeca-exploitant op Schiphol groeit als kool” (dinsdag 12 juni 2018, 09:16), NOS
  2.   Weblink bron “Rechter: sluiten eetcafe Doesburg om wangedrag eigenaar is terecht” (dinsdag 23 oktober 2018, 21:09), NOS