hoorspelacteur
- hoor·spel·ac·teur
- samenstelling van hoorspel en acteur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoorspelacteur | hoorspelacteurs |
verkleinwoord | hoorspelacteurtje | hoorspelacteurtjes |
de hoorspelacteur m
- (beroep) acteur die in hoorspelen optreedt
- Het woord 'hoorspelacteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.