hoofdstuktitel
  • hoofd·stuk·ti·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdstuktitel hoofdstuktitels
verkleinwoord hoofdstuktiteltje hoofdstuktiteltjes

de hoofdstuktitelm

  1. de naam van een hoofdstuk van een boek
     Hiemstra heeft zich uitgeleefd op de alliteraties, naast perronpapegaaien & krekelcriminelen zijn er ook hoofdstuktitels als ‘kroketkreeften & kinderverslinders en melksnormezen & brievenbus-broeders. Dat maakt op een vrolijke manier nieuwsgierig.[1]


  1.   Weblink bron
    Jaap Friso
    “Kinderboekenrecensent tipt de zes leukste uitgaven voor Kinderboekenweek” (29-09-2022), Tubantia