hoofdschotel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hoofdschotel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoofd·scho·tel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hoofd  en  schotel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hoofdschotel	hoofdschotels
verkleinwoord	hoofdschoteltje	hoofdschoteltjes

Zelfstandig naamwoord

de hoofdschotel v / m

1. (voeding) hoofdgerecht
2. belangrijkste attractie

Gangbaarheid

• Het woord hoofdschotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoofdschotel" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.