hoofdschakelaar
- hoofd·scha·ke·laar
- samenstelling van hoofd en schakelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdschakelaar | hoofdschakelaars |
verkleinwoord | hoofdschakelaartje | hoofdschakelaartjes |
de hoofdschakelaar m
- (elektrotechniek) schakelaar waardoor het hele net dat erachter ligt, kan worden in- en uitgeschakeld
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord hoofdschakelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.