hoofdredactioneel


  • hoofd·re·dac·ti·o·neel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoofdredactioneel hoofdredactioneler hoofdredactioneelst
verbogen hoofdredactionele hoofdredactionelere hoofdredactioneelste
partitief hoofdredactioneels hoofdredactionelers -

hoofdredactioneel

  1. gemaakt door de hoofdredacteur
     Daarna werd er onderhandeld over een hoofdredactioneel commentaar waarin Demmink zou worden vrijgepleit. Krol zei dat hij destijds akkoord ging omdat hij murw was van alle commotie en dat hij vreesde voor juridische problemen.[1]
     Ook BNR-hoofdredacteur Sjors Fröhlich besloot zijn mening op de website van BNR te plaatsen. Hij schrijft dat hij het hoofdredactioneel commentaar bij zijn aantreden direct afschafte. Voor de Marokkanenuitspraken maakt Fröhlich een uitzondering.[2]
     "Obama bewijst het oude adagium dat het Witte Huis alle middelen zal inzetten die het in handen krijgt, en waarschijnlijk zal misbruiken", schrijft The New York Times in een hoofdredactioneel stuk. "Deze regering heeft elke geloofwaardigheid op dit gebied verloren."[3]
  2. betrekking hebbend op de hoofdredacteur
  1.   Weblink bron “Krol: spijt van knieval voor Demmink” (11-04-2014), NOS
  2.   Weblink bron “Media halen hard uit naar Wilders” (20-03-2014), NOS
  3.   Weblink bron “Onlinepraktijken Obama "hypocriet"” (07-06-2013), NOS