• hoofd·pro·bleem
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdprobleem hoofdproblemen
verkleinwoord

het hoofdprobleemo

  1. de belangrijkste moeilijkheid die de oorzaak is van andere problemen
    • De onderzoekers van de Universiteit van Utrecht wijzen drie hoofdproblemen aan. Allereerst is werk in Nederland tegenwoordig topsport. Steeds beter opgeleide arbeidskrachten realiseren met behulp van geavanceerde technologie een hogere productiviteit. Die trend heeft echter een keerzijde: een groeiend aantal laagproductieve mensen komt langdurig buiten het arbeidsproces te staan.[1] 
    • Het bedrag van de extra 28 miljoen noemde hij „ een slag in de lucht”, net zoals het hele bod een slag in de lucht was omdat de veronderstellingen waarop het gebaseerd was, voortdurend konden veranderen. Hij zei zich er enorm aan te ergeren dat het hoge bod als hoofdprobleem van het dossier wordt gezien. „Dat is onzin.”[2] 
  1. de Telegraaf PAOLA VAN DE VELDE 14 okt. 2015 'Melkertbaan moet terugkomen'
  2. de Telegraaf 20 mei 2015 Commissarissen verhoogden bod NS