• hoofd·num·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdnummer hoofdnummers
verkleinwoord

het hoofdnummero

  1. het belangrijkste onderdeel van een optreden of rechtzaak
     Na de lunch zou het hoofdnummer eindelijk binnen afzienbare tijd in dit onafzienbare proces beginnen, de getuigenis van professor Lenz.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535