• hoofd·le·ve·ran·cier
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdleverancier hoofdleveranciers
verkleinwoord

de hoofdleverancierm

  1. voornaamste of belangrijkste bedrijf dat goederen en/of diensten levert aan een klant
     Bij 90 procent van de gemeenten zijn dezelfde twee bedrijven hoofdleverancier: Centric en PinkRoccade. Meer dan de helft van de gemeenten zou ontevreden zijn en slechts 16 procent is tevreden.[2]
     De VS investeerde al meer dan 75 miljard dollar in de oorlog en is daarmee de hoofdleverancier van wapens, humanitaire en financiële hulp aan Oekraïne. Binnen de Republikeinse Partij leidt dat al een tijd tot onvrede. In april stuurden ultraconservatieve senatoren en leden van het Huis van Afgevaardigden een kritische brief naar president Biden, waarin ze zich uitspraken over de onbeperkte steun van het Witte Huis aan Oekraïne. "Wij verzetten ons tegen alle toekomstige steunpakketten, tenzij deze gekoppeld zijn aan een duidelijke diplomatieke strategie om deze oorlog snel tot een einde te brengen."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Gemeenten ontevreden over ict-leveranciers” (17 oktober 2015), NOS
  3.   Weblink bron
    Roos Verbrugh
    “Grote belangen VS in aanloop naar NAVO-top: steun Oekraïne niet vanzelfsprekend” (10 juli 2023), NOS