hoofdleidster
- hoofd·leid·ster
- samenstelling van hoofd zn en leidster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdleidster | hoofdleidsters |
verkleinwoord |
de hoofdleidster v
- vrouw die de uiteindelijke leiding heeft van een groep of evenement
- ▸ Als hoofdleidster zuster Geertruda de deur heeft dichtgedaan, is het klooster helemaal leeg. Na 157 jaar is het einde van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort in Ootmarsum definitief. Zie ook de krant van dinsdag.[1]
- (onderwijs) leidinggevende kleuterleidster
- ▸ Hoofdleidster Francis Floors van peuterspeelzaal Harlekijn verwachtte wel een paar huilende kinderen bij het voor het eerst betreden van de peuterruimte in het nieuwe Kulturhus. Dat viel reuze mee.[2]
- Het woord hoofdleidster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron willem pfeiffer“Laatste zusters verdwijnen uit Ootmarsum” (22-01-2007), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Harlekijn eerste in Kulturhus” (25-08-2006), Tubantia