• hoofd·in·dex
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdindex hoofdindexen
hoofdindices
verkleinwoord

de hoofdindexm

  1. (economie) de belangrijkste indicator voor een belangrijke eigenschap
     De Parijse hoofdindex CAC-40 buigt een verlies van ruim 2 procent om naar een plus van bijna 1 procent. Ook de indices in Frankfurt en Londen staan hoger dan de slotstand.[1]
     De belangrijkste graadmeters begonnen in het rood, maar krabbelden vrij snel op. De AEX opende 0,5 procent in de min, maar rond de middag stond de Amsterdamse hoofdindex 1,25 procent hoger, op bijna 300 punten.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Beurzen op winst na lagere opening” (Donderdag 10 november 2011, 11:06), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Beurzen licht hoger na eurotop” (Vrijdag 9 december 2011, 22:12), NOS