Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·doel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofddoel hoofddoelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hoofddoelo

  1. het belangrijkste wat men wil bereiken met een bepaalde actie
    • het hoofddoel van deze opleiding is het vinden van een leuke baan.  
    • Mijn jeugdige intuïtie over vrije meningsuiting bevatte drie dingen. Ten eerste dat ik in 1989 mocht roepen ‘weg met de dictator’. Dat ik de machtigen kon betwisten en dat ik medeburgers kon bewegen om mee te strijden tegen corruptie en machtsmisbruik. Dus: het hoofddoel van vrije meningsuiting is het nivelleren van macht. Voorkomen dat machtigen steeds machtiger worden, voorkomen dat ze onverdiende rijkdom en privileges voor zichzelf grijpen. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen