Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·con·ser·va·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdconservator hoofdconservatoren
hoofdconservators
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdconservatorm

  1. (beroep) belangrijkste bewaarder in musea en bibliotheken belast met de aanschaf van en de zorg voor de collectie
     In de noordwestelijke provincie Rajasthan ligt het Sariska-reservaat. Daar leefden in 2002 nog 16 tijgers, maar nu is er geen tijger meer te bekennen. Wel wonen er zo'n 2500 mensen in het gebied, verdeeld over elf dorpjes, zegt hoofdconservator PS Somasekhar tegen de BBC. Deze week vertrokken 82 gezinnen uit het dorpje Umri.[1]
     Hoofdconservator Garrelt Verhoeven is blij met de Collectie Ramses Shaffy. "Het is belangrijk cultureel erfgoed en wij zijn er trots op dat we dat bij de Bijzondere Collecties mogen gaan beheren." De UvA zal nauw samenwerken met het Theater Instituut Nederland.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Tijger beschermen: Indiase dorpjes moeten leeg” (Woensdag 15 februari 2012, 13:57), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nalatenschap Shaffy naar UvA” (Maandag 16 april 2012, 21:51), NOS