• hoofd·be·stuur·der
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdbestuurder hoofdbestuurders
verkleinwoord

de hoofdbestuurderm

  1. (beroep) belangrijke leidinggevende die samen met anderen leiding geeft aan een organisatie
     Hoofdbestuurder van de Aob Kim van Strien vindt het zorgelijk dat dus zo'n 45 procent van de jonge leraren na het eerste jaar niet vast in dienst komt bij een middelbare school. "In de cao staat dat er na een jaar tijdelijk dienstverband een vast contract moet worden gegeven, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om het niet te doen", zegt ze op NPO Radio 1. "Ik vind het choquerend dat de cao-afspraken niet worden gevolgd, zeker in tijden van een lerarentekort."[1]
     Het door Rusland aangestelde bestuur van de regio Zaporizja zegt dat het van tevoren niet is ingelicht over de details van het IAEA-bezoek. "We verwachten er niet veel van", zei hoofdbestuurder Yevgeny Balitsky op een Russische staatszender. "Maar we zullen in ieder geval zorgen dat de veiligheid wordt gegarandeerd."[2]


  1.   Weblink bron “'Nieuwe leraren op middelbare scholen haken af door uitblijven vast contract'” (donderdag 29 juli 2021, 10:15), NOS
  2.   Weblink bron “Atoomwaakhond onderweg naar kerncentrale Zaporizja voor inspectie” (maandag 29 augustus 2022, 09:25), NOS